Door Mirjam Vossen
Woensdag 18 april publiceerde ik samen met Ralf Bodelier een brief in De Telegraaf over Nederlandse hulp aan Afrika. Het was een reactie op een opiniestuk door oud-VVD kamerlid Zsolt Szabó, dat bol stond van onjuistheden en verdachtmakingen. Hier is onze rebuttal, die maximaal 175 woorden mocht zijn:
Lezersbrief De Telegraaf: ‘Nederlandse hulp aan Afrika efficiënt en effectief’
‘Waar is die door de Nederlandse burger opgehoeste 150 miljard euro voor Afrika gebleven?’ Dat vraagt Zsolt Szabó zich af (De Kwestie, 16/4). Wij vragen ons af: had Szabó als Kamerlid wel ontwikkelingshulp in zijn portefeuille?
Dan had hij moeten weten dat in de afgelopen decennia de levensverwachting in Afrika met 20 jaar is gestegen. Dat grootschalige vaccinatiecampagnes de kindersterfte met 60 procent lieten dalen. Dat pokken en polio werden uitgeroeid en hongersnoden steeds minder voorkomen. Dat miljoenen Afrikaanse huishoudens elektriciteit en schoon water kregen. En dat vandaag evenveel meisjes als jongens naar school gaan. De successen van ontwikkelingssamenwerking zijn vaak spectaculair. En Nederlandse burgers dragen daaraan bij. Elk jaar zet het ministerie op zijn website waar het ontwikkelingsgeld aan wordt besteed en wat de effecten zijn. In 2015 constateerden wetenschappers van de Universiteit Maastricht dat Nederlandse ontwikkelingsorganisaties ‘effectief en efficiënt’ opereren. En dat ze hun geld ‘uitstekend besteedden’. Szabó moet dit als oud-Kamerlid weten en er trots op zijn.